Nu de voorjaarsstorm buiten driest tekeer gaat, lees ik in het boek van professor emeritus Martin Hermy van de KU Leuven - De juiste boom voor elke tuin. Best pittige lectuur voor een niet bioloog als ik, maar juist daarom interessant, en dat doet doordenken.
Lekker binnen achter het raam, op de eerste verdieping, met zicht op de straat, waar alles beweegt, met vlagen woest. Zodat er ongetwijfeld ergens hier te lande wel eens een boom op een auto zou kunnen vallen, of erger, op een wandelaar. Wat trouwens al gebeurde, eergisteren. En dan gaan er altijd weer stemmen op om bomen weg te halen, langs wegen, in parken, in tuinen. Ik lees: "Voor één eik met een doorsnede van 100 cm zul je 400 eiken met een diameter van 7 cm moeten planten om de zelfde ecoysteemopbrengsten te benaderen." Dat haalt Hermy zelf dan weer uit 'Henry Kuppen, (Terra Nostra, 2017). Maar waar hij het heeft over 'ecosysteemopbrengsten' en nut, denk ik ook aan de pracht van een eik met een doorsnede van 100 cm. Dat is een kunstwerk. En kunst moet je koesteren. Ook al staat dat kunstwerk al eens wat in de weg. Wie prachtige bomen laat weghalen, omdat ze in de weg staan, moet weer een heel mensenleven of langer wachten om in de tuin, in het park, op het plein opnieuw zo'n kunstwerk van die omvang te kunnen zien. Terwijl die storm meestal na een dag of twee voorbij is. Even binnenblijven. Moét je wandelen bij windkracht negen? Ga je àlle bomen die in de weg staan, 'gevaar'lijk' zijn, weghalen? Ben je van plan morgen zelf een nieuwe boom te planten: denk er dan goed over na 'waar'. Zodat hij kan blijven staan. Een boom draagt geen sneakers. Hij kan niet weglopen om te schuilen bij windkracht tien, of even uit de weg gaan staan als je er een carport vlakbij bouwt. En één boom is nog wat anders dan een bos. Oerbossen zijn kathedralen van de natuur. Pure kunst, met alle bomen erin aparte kunstwerken. Koester ze. Terug naar dat woord 'ecosysteemopbrengst' dat hij aanhaalde. Dat is in deze tijden van CO2 - en klimaatopverandering wel heel relevant: een boom van circa 4 cm diameter en 5 jaar oud stockeert ongeveer 500 keer minder koolstof dan een boom met een diameter van 60 cm die circa 70 jaar oud is. De media hebben de mond vol van klimaatneutraal worden. Koolstofstockage en opname te vergroten door bos aan te planten. Prima, maar voor elke boom die er omgehakt word, moet ik er dus 500 aanplanten..(want die boompjes zijn niet eens 7 cm diameter dik).. 500 boompjes planten, best veel werk, en veel ruimte voor nodig. Laat maar staan dus, zo'n grote boom, waar het kan, en ik zal wel netjes binnen blijven vandaag.
0 Comments
Onze amandelboom is elk jaar de eerste die bloeit. Roze bloemen, kitsch ten top. Daar kan alleen iets zoets van komen. Een boom voor prinsessen en zoetebekken. Eer wij een taart met marsepein kunnen bakken, moeten er nog wat jaren voorbijgaan. Daarom haalde Wim er maar eentje bij de bakker. De sneeuw is weg. De toverhazelaar bloeit nog altijd. En de krokussen? Die zijn helemaal verdwenen. Alles bougeert. 't Is lente.
Amerika en zijn nationale parken: daaraan heb ik fantastische herinneringen. In Yellowstone National Park lopen de bizons waar ze willen. En dan sta je in de file, in de sneeuw: ik weet het nog, alsof het gisteren was. De lente kwam er laat, de winter begon er vroeg. Toeristen die een reis naar het westen hadden geboekt, hadden hier niet op gerekend. Uren reden we tussen dennen en sparren, in dit reusachtige park. Als gids kwam ik er vaker, en sliep ik op allerlei plekken in het park. Bij Mammoth Hot Springs, in het noorden: in een houten cabin helemaal voor mezelf. Op een ochtend deed ik de deur van mijn cabin open, en stond er een bizon vlake ervoor. Niet netjes op afstand zoals hier in het gras.... Die beesten zijn imposant, en razendsnel als ze willen. Je wil ze niet achter je aan. Een gsm bestond nog niet, breakfast delivery kon niet. Het hoofdgebouw was onbereikbaar. Tja, dan maar geen ontbijt zolang dat beest niet weg wilde sjokken. Daar bij de receptie van het Mammoth Hot Springs hotel ging ik elke keer 's avonds bij aankomst even langs in de prachtige 'map room', met een meterslange en hoge kaart van de VS, uit 15 soorten hout, uit de jaren dertig. Door mijn werk als gids, heb ik zowat alle staten van de VS bezocht. Yellowstone is een van die bijzondere plekken die mijn 'bureau' waren. Het is ook het park waar de geysers water metershoog in de lucht spuiten, en waar de Wapiti herten, elanden, wolven en beren hun gang gaan. Waar rivieren kronkelen in weidse valleien. Waar ik voor mijn werk rondwandelde tussen modderfonteinen en warmwaterbronnen met prachtige kleuren. Those were the days. Op een keer sliep ik in de Old Faithful Inn: een volledig houten hotel, zes verdiepingen hoog. Niet iedereen krijgt die kans. Vlak buiten dit hotel spuit de grote Old Faithful trouw vele liters water de lucht in, zowat om de 70-90 minuten. In het oude hotel binnen kraakte letterlijk alles. Alles was van hout, behalve de schoorsteen met open haard. Wat een voorrecht om hier te slapen. Buiten liepen de bizons over de parking te dwalen, en binnen verbaasde ik me over hoe al die boomstammetjes zo netjes in mekaar pasten. Mijn toeristen konden hier urenlang zonder mij over de gemarkeerde wandelpaden ronddwalen. Daardoor had ik het makkelijk en kon ik lekker genieten van dit heel aparte gebouw. Loop je er overdag binnen, dan wemelt het hier van de toeristen. Als je er slaapt kan je 's avonds in een stoel met een boek op de derde verdieping naar beneden kijken, en fantaseren over de andere gasten, over de volgende dagen bij zacht geroezemoes. Ze is in de VS een begrip, de Old Faithful Inn. Architect Robert Reamer ontwierp dit gebouw maar ook de cabins hierboven, de map room in het hotelgebouw, én heel wat andere gebouwen in het park. Hij werd met zijn rustieke stijl die typisch was voor de parken dé vertegenwoordiger bij uitstek van de 'parkitecture'. En daarom, omwille van die bijzondere houten gebouwen moest Yellowstone in deze 'bomen-blog.
Morgen gaat het dooien. Dus eerst nog maar even een rondje wandelen in Gestel en genieten van het wit. Eerst zagen we zeven hertjes één voor één elegant de weg oversteken. Nummer acht bleef rechts van ons in het bos zonder zijn vrienden achter, Vlak daarna zagen we Kurt oefenen voor de Elfstedentocht, en verder zagen we ook deze kolos van een eik. Kan slechter, zo'n zondagmiddag.
Niet zo lang geleden snoeide Wim onze wilgen. Wilgen zijn één van de makkelijkste groeiende bomen, zeker in de buurt van water. Steek je een jonge tak in de grond, dan groeit daar vanzelf een boom uit. Als ik kon vlechten, dan kon ik de vogels in onze tuin ook op deze manier voederen. Lijkt niet moeilijk. Ik heb alvast twee vlechters in de buurt gevonden, nu nog wachten tot ze workshops kunnen en mogen geven vlecht ik ooit nog een wasmand. Veel mooier dan plastic. En wist je dat wilgen de grondstof leveren voor aspirines? Heb ik ook nog niet zo heel lang geleden ontdekt. Er zit een eik in de naam. En er staat er ééntje op het wapenschild op de grote markt. Dan word ik curieus natuurlijk. Maaseik is me onbekend. Het is de vermoedelijke geboorteplaats van onze beroemdste schilder uit de 14de eeuw: Jan van Eyck - die van het Lam Gods in Gent. Wij naar Maaseik. We liepen er eenzaam door de velden, en langs de Maas. En wat blijkt: er staat een heel bijzondere boom aan de Maasbrug. Steek je de rivier over, dan ben je in Nederland, maar hier, aan de Belgische kant, is het waar je moet zijn. Vooral in de winter valt die boom op, want terwijl alle andere loofbomen er naakt bijstaan, is deze eik groen. Bewijs? Let vooral op de fotogenieke pose van het model. Fris groen toch: Vergis je niet: deze foto werd genomen op 10 januari 2021. Er lag een kei in de buurt, met een QR code, maar die app heb ik op mijn telefoon niet geïnstalleerd. Hoe dan meer weten over deze boom? Gelukkig ontving ik meer informatie over dit bijzondere specimen van de heer G. Geusen, schepen. Die was zo vriendelijk mij hierover een uitgebreid document te sturen én me te bellen. De boom is een Quercus X turneri 'pseudoturneri', een zeldzame soort die pas in de 18e eeuw zijn definitieve naam kreeg. Hij wordt ook wel 'Oostenrijkse' eik genoemd, en je vindt hem heel uitzonderlijk op openbare aanplantingen. Specialisten hebben deze boom geïdentificeerd, en nog een aantal exemplaren van de boom en hun lokatie worden genoemd in de inventaris van bijzondere bomen 'Beltrees' van de Belgische dendrologische vereniging. Als dit exemplaar niet gestoord wordt, kan het rustig nog 200 jaar verder leven. De schepen wist me te vertellen dat de meeste inwoners zelf niet eens op de hoogte zijn van deze bijzonder boom, en er achteloos aan voorbijlopen. Maar wij, wij weten beter... En de winter is hét moment om het bijzondere van deze boom naar waarde te schatten. De rest van de namiddag zagen we vooral kale bomen: Iedereen zat binnen naar het Belgisch Kampioenschap veldrijden te kijken, wij veldwandelden. De wilgen waren geknot, en de kilte is van de foto af te lezen.
Dit was Maaseik. Na een korte stop op het marktplein bij het beeld van de gebroeders van Eyck reden we weer naar huis. In warmere en zonnigere tijden, zonder Corona regels komen we hier zeker nog eens rondneuzen.. Tenslotte is dit een historische stad, met een prachtig marktplein en mooie oude kern. De eerste woordjes zijn de belangrijkste. Ma-ma. Pa-pa. Do-do. Lief. Poes. Zus. Oei. Foei. Stout. Braaf. De eerste woordjes zijn de kortste.
In kruiswoordraadsels zijn bomen altijd héél kort. De krant van dit weekend: Bonjour 2021! Wandelen op nieuwjaarsdag in Wallonië. Koud maar goedgemutst. Geen familiefeest op deze eerste dag van het nieuwe jaar waarin we nog altijd niet mogen samenkomen aan tafel, dus tijd voor een excursie naar de provincie Namen. Ik hou van bomen, dus ook van Arbre? Staan er bomen in Arbre? Of is die naam gewoon helemaal fout?
We wisten het niet, dus lieten ons verrassen. We gingen ooit al op vakantie in het dorpje ‘Stumm’ (stom voor wie werkelijk geen letter Duits verstaat) in Oostenrijk, en dat dorp was niet zo stom… Maar dit dorp past wellicht bij zijn naam... in Wallonië staan toch overal bomen? We zijn bijna in Arbre als we een paar gigantische velden vol kerstbomen passeren, groeiend naar een volgende kerst toe. Het centrum van Arbre is een kinderzakdoek groot. Op het eerste zicht charmant: huizen in ‘pierre de pays’ oftewel de rustieke stenen typisch voor de Ardennen. Pal op de middag rijden we door de dorpssstraat. Daar staan enkele buren links en rechts van het smalle baantje op veilige afstand van mekaar met champagne te klinken op dit rare nieuwjaar. Verder geen mens te zien. Vlak bij de kerk staat een bord en dat meldt dat hier een wandeling vertrekt van 11 km. Die gaan we maken. Bordjes volgen. Niet te moeilijk voor dag 1 van 2021. De wandeling gaat tot aan de Maas, 2 uur 30 minuten. Dat past prima bij vandaag. Welgeteld 200 meter verder twijfelen we al: is het naar links? Of naar rechts? Hier moet toch een bordje hangen? Nergens iets te zien. Even terugkeren dus. Jawel, we zien een bordje. Naar links… De goeie straat in. En daarna zien we geen énkel bordje meer, maar nog ééns terugdraaien, daar hebben we geen zin in. We gaan toch ook niet meer terug in de tijd, waar we al geweest zijn? Vooruit willen we! We wandelen stug door. Muts op, handen in de handschoenen. want het is fris hier. Fraaie vergezichten, open velden. We lopen vlug. We zijn nu officieel aan het dwalen, ver van huis, dus ver-dwalen. Nu we niet langer zoeken naar bordjes die we niet vinden, is het wandelen fijn. Maar door een bos komen we niet. Gelukkig komt de zon wat later piepen. Bij een grote mast, midden in de velden, ligt een man in zijn auto te slapen. Teveel gedronken gisteren? Of even weg van vrouw en jengelende kinderen, de rust gezocht? In de verte doemt een kerkje op. Dat wordt het nieuwe doel. Er staan zelfs wandelbordjes voor een andere wandeling, in een ander dorp. Die maakt een cirkel, dus volgen we die. Zo bereiken we Lesve. Bij het kerkje hoort een fotogeniek kerkhof met graven waar mensen al rusten sinds 1914, 1952, … En we zien een kasteel onder de kerk. Daar passeren we even later ook. Bij het hek aan de ingang staat op den bordje ‘b&b le sequoia’. En ja, ergens achter het kasteel priemt een hoge boom de lucht in. Grappig, dat we van Arbre naar ‘le Sequoia’ zijn gewandeld. Daarna terug naar Arbre. Na drie uur zijn we weer terug in de Rue du Village. Vlakbij de auto zien we ineens waar het bordje naar links wees: niet naar de straat die we insloegen, maar naar een bijna onzichtbaar paadje, tussen twee huizen in. Geen wonder dat we dit niet zagen: het bordje hing zowat voorbij de afslag. Dat zien we nu, op de terugweg. Dàt was de start van de wandeling die we hadden willen maken. Maakt niet uit. Verkeerd gelopen, maar het jaar goed ingezet. Langs de Maas en statige oude villa’s aan het water met uitzicht op de heuvels en rotsen aan de overkant rijden we terug richting Namen en naar huis. O ja: gisteren was de eerste dag dat het Verenigd Koninkrijk niet langer deel uitmaakte van de Europese Unie. Voorwaar een historische dag. De vraag is of de Engelsen ook niet gaan verdwalen nu… zo helemaal op hun eentje. Zondagnamiddag 20 dec. We kozen een boom op het veldje, twee straten ver. De man spitte hem uit. "Elke dag een beetje gieten, en vriendelijk goeiemorgen ertegen zeggen", instrueerde hij. Voor het eerst in jaren weer een kerstboom in huis. Normaal hebben we mensen binnen en bomen buiten. Dit jaar is het omgekeerd. Een paar dagen geleden was Wim boodschappen doen en hoorde toevallig iets over dit boek. Net uit, en lijkt me razend interessant. Als je een boom wil, maar niet weet welke in je tuin past... Bekijk het filmpje.
|
Ilse EelenBomen en ik, dat is een love story. Ik woon in Heist op den Berg. Tussen hazelaars, eiken, appelaars, en één sequoia. Archieven
January 2024
Categorieën
All
|